Huissen TV

Informatie over Nederland. Selecteer de onderwerpen waarover u meer wilt weten over Huissen

De klimaatcrisis is echt

Uitdrukking

Als er iets is dat geen wetenschappelijke basis heeft, schrijft Peter Carrall, dan is het de ongegronde publicatie.

Op 31 augustus 2021 publiceerde Universitetsavisa een publicatie van een slecht geschreven titel “De klimaatcrisis heeft geen wetenschappelijke basis”. Als er iets is dat geen basis heeft in de wetenschap, dan is het eerder een functie van het goede, want het is alleen gebaseerd op wat hij zelf denkt dat logisch en realistisch is. Hieronder bespreek ik zijn punten één voor één.

Hassans eerste bewering is dat de klimaatcrisis niet echt is. De reden is dat het woord “klimaatcrisis” niet werd gebruikt in het VN-klimaatrapport. Het gebruik van het woord crisis duidt op een onderscheid tussen wetenschap en politiek. De wetenschap beschrijft wat er gebeurt, en de politiek houdt zich bezig met de gevolgen van wat de wetenschap beschrijft. Dat het klimaatrapport het woord crisis niet gebruikt, is wat het zou moeten zijn. Het als argument gebruiken om te beweren dat er geen crisis is, is op zijn best vreemd.

Peter Karal is het hier eens met de opvattingen van Non-Hassan over klimaatkwesties.

De tweede bewering van Hasnes is dat de groene bocht niet zal plaatsvinden. Hij baseerde dit op zijn eigen berekeningen dat het $ 6,8 biljoen per jaar zou kosten als alle stroom uit offshore wind zou komen. Dan verklaart hij dat dit niet realistisch is. Adviesbureau Enerdata schatte de wereldwijde energie-uitgaven op $ 6,4 biljoen voor 2010, en het aantal is nu waarschijnlijk veel hoger. Hoewel het aantal niet direct vergelijkbaar is (inclusief andere energiedragers dan elektriciteit), ligt het in dezelfde orde van grootte als Hasnes. De cijfers van Hasense komen overeen met een energiekost van 8,4% van het wereldwijde BBP, wat desnoods best haalbaar is. Veel landen zitten nu al rond dat niveau. Het is de vraag of we naar 8,4% moeten gaan, omdat Hassans berekeningen geen rekening houden met het feit dat zonne-energie in veel delen van de wereld veel goedkoper is dan wind op zee, dat de kosten van alle hernieuwbare energiebronnen snel dalen, en vele andere ontwikkelingen zoals in het voordeel van groene technologie.

Het derde punt van Hassanis is wat hij “valse beweringen over de klimaatcrisis” noemt. De essentie is dat het er niet toe doet of 97% van de onderzoekers in de wereld het ermee eens zijn, als ze het bij het verkeerde eind hebben (Hassan weet het). Zijn eerste voorbeeld is een pure stroman: deze temperatuurregistraties zouden worden gebruikt om klimaatverandering aan te tonen. Dit is niet de manier waarop het VN-rapport wordt gepresenteerd, en de media gebruiken mogelijk temperatuurregistraties om klimaatverandering te illustreren in plaats van het te bewijzen. Dan zijn er enkele meningen over het onderzoek van de VN-commissie, doorspekt met precieze termen als ‘wetenschappelijke theorie’ en ‘vervalst’. Vrijwel al het onderzoek kan op deze manier verdacht worden gemaakt. Als het brandalarm afgaat en het ruikt naar brandend, dan kan men filosofisch beweren dat het niet is aangetoond dat het brandt – dat is eerlijk genoeg. Maar als Hansen van daaruit gaat beweren dat er geen reden is om het land uit te zetten, is het misbruik van wetenschapsfilosofie grof.

Dan komen we bij een vreemd argument: er waren meer bossen. Wat heeft dat met de zaak te maken? Het probleem met het klimaat is dat koolstof en methaan worden gewonnen uit sedimenten in de aardkorst en vrijkomen in de atmosfeer. Meer bos is oké, maar het lost het probleem niet op en geeft niet aan dat het er niet is.

Hassans persoonlijke volgende punt: hij is het niet eens met de berichtgeving in de media en noemt het daarom ‘onophoudelijke, domme en naïeve propaganda’. Hij haalt een voorbeeld aan waarbij de media zijn ogen aanzagen voor het rapporteren van een wetenschappelijke bevinding. Hier breekt de “gevel van de wereld” een beetje, omdat er geen echt argument wordt gemaakt – alleen verontwaardiging en labels.

Eindelijk komt Hasnes’ oplossing: dat NTNU een vak zou moeten hebben, bij voorkeur eerste klas, dat “bronkritiek, retoriek, conceptvorming, beoordelingstechnieken, wetenschappelijke methode, wetenschapstheorie en wetenschapsgeschiedenis” zou moeten onderwijzen. Dit thema bestaat al, onder verschillende themapictogrammen. Ik heb het vorig jaar gevolgd als een “Introductory Course in Engineering INGG1001”. We leerden onder meer over het Dunning-Kruger-effect. Het verklaart waarom mensen met een lage vaardigheid in een vakgebied hun kennis op dat gebied overschatten. Ik denk dat het nuttig is om te begrijpen hoe een universitair hoofddocent systeemontwikkeling en innovatie ervan overtuigd is dat hij klimaatonderzoek beter begrijpt door 97% van ’s werelds klimaatonderzoekers.

Volg UA op Facebook sociale netwerksiteEn Twitter En Instagram.

Lees hier meer gegevens.

READ  Gezondheidszorg is een stap dichter bij clouddiensten