Mannelijke onderzoekers zijn niet productiever dan vrouwen

Hoe zijn de verschillen tussen de seksen in de onderzoekswereld? Deense onderzoekers hebben dit onderzocht in een nieuwe studie.

De studie toonde aan dat, hoewel er sinds het midden van de vorige eeuw meer vrouwen zijn toegetreden tot de wetenschap, er nog steeds verschillen tussen de seksen bestaan.

Vrouwelijke onderzoekers produceren tijdens hun loopbaan gemiddeld minder wetenschappelijke artikelen en ontvangen minder citaties – ofwel verwijzingen naar hun studie.

Maar onderzoekers van de University of Information Technology in Kopenhagen en het Center for Complex Network Research van Northeastern University in Boston vonden hiervoor een eenvoudige verklaring.

Vrouwen verlaten de academische wereld vaker dan mannen.

Het toont een onderzoek naar sekseverschillen in 83 landen. Onderzoekers analyseerden meer dan 1,5 miljoen onderzoeksbanen in de natuur- en sociale wetenschappen die tussen 1955 en 2010 eindigde.

De studie is gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Sciences.

Roberta Sinatra, universitair hoofddocent informatica aan de University of Information Technology en een van de onderzoekers die het onderzoek hebben uitgevoerd, gelooft dat de bevindingen de mythe helpen verdrijven dat vrouwen ‘minder goede’ onderzoekers zijn dan mannen, of dat de toezeggingen van vrouwen aan kinderen en het huis vermindert de productiviteit.

– Als het woord ‘goed’ wordt geïnterpreteerd in termen van productiviteit en citaties, dan zien we dat vrouwen en mannen erg op elkaar lijken zolang er vrouwen in de onderzoekswereld zitten, zegt ze.

Dezelfde productiviteit, maar kortere banen voor vrouwen

De studie toont aan dat vrouwen en mannen in dezelfde wetenschapsgebieden even productief zijn bij het onderzoeken van de loopbaanduur.

Onderzoekers produceerden gemiddeld 1,33 wetenschappelijke artikelen per jaar, terwijl het 1,32 was voor mannen, en ze hadden ook een vergelijkbaar aantal citaties.

Ook in Denemarken is de jaarlijkse productiviteit volgens de studie vergelijkbaar met het geslacht: 1,37 artikelen voor mannen en 1,28 voor vrouwen.

– Roberta Sinatra zegt dat het de uitval is die de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen beïnvloedt.

Volgens de studie duurde het beroep van uitgeverij van vrouwen 9,3 jaar, vergeleken met 11 jaar voor mannen.

En als je alleen naar de Deense cijfers kijkt, zijn de verschillen nog groter. Hier is de gemiddelde loopbaanduur voor vrouwen 11,28 jaar en voor mannen 14,51 jaar.

Je moet voor de vrouw zorgen

Volgens de nieuwe studie verlaat 11 procent van de vrouwen jaarlijks de academische wereld, terwijl slechts 9 procent van de mannen.

Sinatra vindt dat besluitvormers in de academische wereld zich daarom meer moeten richten op het koesteren van vrouwen.

Het is belangrijk, benadrukt ze, niet alleen aan de jongste vrouwelijke onderzoekers te denken.

Uit het onderzoek blijkt dat het uitvalpercentage zeven jaar na publicatie het hoogste niveau bereikte. Vandaar dat vrouwen 50 procent meer kans hebben om hun onderzoeksbanen op de plank te zetten dan mannen.

Tegelijkertijd gelooft Sinatra dat de studie ook de mogelijkheid biedt om te kijken naar structuren die ongelijkheid zouden kunnen versterken.

De problemen worden verergerd door platforms zoals Google Scholar, waar wetenschappers ranglijsten krijgen op basis van criteria zoals het aantal artikelen en citaties.

Hoe meer artikelen u publiceert, hoe meer referenties en media-aandacht u krijgt. Hoe hoger de artikelen zijn wanneer u zoekt naar op trefwoord gebaseerde zoekopdrachten. Dit is een probleem omdat we toegang willen tot de grootste gerelateerde artikelen van de hoogste kwaliteit. Sinatra zegt dat je dat niet per se begrijpt.

Mannen zijn beter in competitie

Maar studeren heeft ook zijn grenzen.

Karen Schorub, een genderonderzoeker aan de Roskilde University, wijst erop dat het onderzoek een beetje achterhaald is, aangezien de uitgeverscarrières die tussen 1955 en 2010 werden onderzocht, werden beëindigd.

Ze wijst erop dat onderzoekers niet door de dataset heen kunnen zien waarom vrouwen een kortere carrière hebben dan mannen.

Sjørup suggereert zelf dat dit te wijten kan zijn aan het feit dat er zo weinig vrouwen in het veld zijn dat onderzoekers hebben onderzocht.

Het kan ook zijn dat vrouwen op een later tijdstip zijn begonnen omdat ze kinderen hadden of problemen hadden met het vinden van een onderzoeksbaan. We weten ook dat vrouwen op latere leeftijd de arbeidsmarkt sneller verlaten dan mannen. Hoe verder je komt in de jobstructuur, zegt Sjørup, hoe minder vrouwen er zijn.

Ze legt uit dat het erg competitief is om op de topposities te komen.

Mannen zijn beter in zeilen dan in competitie. Dit komt deels doordat vrouwen bij elkaar blijven. Dus hoe meer universiteiten de nadruk leggen op verdienste in termen van concurrentie, hoe beter voor vrouwen. Dit kan voor veel vrouwen gunstig zijn, maar dat is niet vaak het geval, zegt Sjørup.

Ondersteunt geen genderquota

Een genderquotasysteem is echter geen oplossing, denkt Karen Seurup.

Wanneer je het quotasysteem invoert, voelen veel mensen zich extreem geïrriteerd. Sjørup zegt dat het ook een deel van de concurrentie wegvaagt, dus het kan ook een deel van de macht van mannen in de onderzoekswereld wegnemen.

In plaats daarvan zou men van de individuele instelling moeten eisen dat deze gelijk is aan het aantal onderzoekers dat vrouwen en mannen zijn, zoals u denkt. Dit betekent dat ze na verloop van tijd ongeveer evenveel mannen als vrouwen in dienst hebben.

Veel kunnen je de verkeerde mensen bezorgen. Maar als je na verloop van tijd werkt om ongelijkheid te corrigeren, kun je mensen rekruteren die aan de verwachtingen kunnen voldoen, zegt Sjørup.

Minder focus op meningen

Roberta Sinatra gelooft dat er behoefte is aan meer studies met een systematische benadering van de kwestie van genderongelijkheid in de wetenschappen, en roept op tot harde feiten en meer analyse – niet om meningen.

We moeten de cijfers voorzichtiger interpreteren. Onderzoekers mogen niet als minder waardevol en minder bekwaam worden beschouwd als ze “slechts” een handvol publicaties of citaties hebben. Er spelen veel factoren een rol. Sinatra zegt dat gendervooroordelen een van deze redenen is.

Referentie:

Junming Huang mfl .: Historische vergelijking van genderongelijkheid in wetenschappelijke carrières tussen landen en disciplinesEn de Proceedings of the National Academy of SciencesDOI: 10.1073 / pnas.1914221117

© Videnskab.dk. Vertaald door Lars Nygaard voor forskning.no. Lees hier de originele case op videnskab.dk.